AANBOD
BESCHERMING
OVER ONS
ACTUEEL
OVERLAST
ADVIES
ADVIES

Advisering faunavoorzieningen


Het verkeer is in Nederland de belangrijkste doodsoorzaak bij dassen. Naar schatting sneuvelt jaarlijks 20 % van de dassen in het verkeer. Omdat dassen vaak op dezelfde plaats een weg oversteken, zijn voorzieningen zoals dassentunnels, mits deskundig ontworpen en uitgevoerd, zeer effectief.

Aanlevering gegevens hotspots voor dassen

Sinds 1990 registreert Das&Boom de locatie van alle aangereden dassen, die in Nederland worden aangetroffen. Meldingen, gemiddeld 2 per etmaal, komen binnen van onder meer particulieren, wegbeheerders, jachtopzichters, dierenambulances, politie en terreinbeherende instanties. De database van Das&Boom bevat nu meer dan 14.000 gegevens over gevaarlijke oversteekplekken voor dassen. Daaronder zitten vele zogenaamde hotspots of knelpunten; dat zijn locaties waar meerdere slachtoffers gevallen zijn. Vooral op die plaatsen wil Das&Boom zoveel mogelijk veilige oversteekmogelijkheden creëren.

Das&Boom kan voor wegbeherende instanties zoals Rijkswaterstaat, provincies en gemeentes overzichten leveren van alle locaties, waar meerdere verkeersslachtoffers gevallen zijn. Deze hotspots kunnen dan aangepakt worden in combinatie met bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden aan bepaalde wegen. Das&Boom kan ook adviseren over financieringsmogelijkheden voor dergelijke voorzieningen.

Advisering faunavoorzieningen voor dassen

Sterfte in het verkeer is de belangrijkste doodsoorzaak bij dassen. Deskundig ontworpen en aangelegde dassentunnels blijken in de praktijk goed te werken om dassenslachtoffers te voorkomen. Op plaatsen waar dassen regelmatig oversteken (en dus ook regelmatig worden aangereden), wordt aan weerszijde van de weg een dassenraster geplaatst, om te voorkomen dat dassen op de weg kunnen komen. Vervolgens wordt er op de locatie, waar de dassenwissels uitkomen op de weg, een tunnel aangelegd. Zo'n tunnel ligt vaak in het verlengde van geleidende landschapselementen die haaks staan op de weg. Vervolgens wordt met het aanbrengen van geleidingsrasters de das naar een tunnel toe geleid. Omdat dassen van nature gewend zijn aan tunnels worden dergelijke voorzieningen snel door dassen geaccepteerd en veelvuldig gebruikt. Dassentunnels bieden ook aan andere zoogdieren, zoals bijvoorbeeld marters, egels en otters een veilige oversteekplaats.

Dassentunnels en de bijbehorende rasters langs de weg horen te liggen:
bij wegen in de nabijheid van dassenburchten,
daar waar migrerende dassen verwacht kunnen worden (verbindingszones)
onder wegen in gebieden waar dassen worden geherintroduceerd

Wanneer op deze plekken geen-, slecht aangelegde, of slecht onderhouden tunnels liggen, vallen er slachtoffers.

Andere voorzieningen

Andere oplossingen om dassenslachtoffers door het verkeer te voorkomen zijn:
Ecoducten
De nieuwe speciaal voor dassen ontwikkelde wildrooster (zie artikel dassenrooster)
Aan de onderzijde van een viaduct opgehangen tunnels
Dassendrempels (een dassendrempel zorgt ervoor, dat auto's gedwongen worden bij een oversteekplaats van dassen stapvoets te rijden. Twee drempels op korte afstand van elkaar zijn nog effectiever)

Overige maatregelen: Een watergang die onder de weg doorgaat, een veetunnel of een onverlichte fietstunnel kan voldoen dan wel geschikt gemaakt worden als veilige doorgang. Het periodiek afsluiten van wegen (in Nederland zijn verschillende zandwegen, waar dassen werden doodgereden, afgesloten. Wegen kunnen ook tussen zonsondergang en zonsopgang worden afgesloten, behalve voor aanwonenden).

Begeleiding aanleg dassenvoorzieningen

Faunavoorzieningen voor dassen werken alleen als:
Ze op de juiste locatie worden aangebracht (bijvoorbeeld aansluitend op een bestaande dassenwissel)
De lengte van de rasters langs de weg voldoende is om dassen te ontmoedigen er omheen te lopen.
Er voldoende passagemogelijkheden (vluchtpoortjes) bij langere in te rasteren trajecten zijn
De ingang van de tunnel door dassen goed te vinden is
Het raster en eventuele werkpoorten zodanig worden uitgevoerd, dat de das ze niet makkelijk kan passeren of ondergraven
De voorziening droog is en blijft
Goed worden onderhouden (geen obstakels voor de ingang, geen water in de tunnel,raster langs de weg in tact, werkpoorten in het raster functioneel (niet open).

Uit het voorafgaande kan worden afgeleid, dat een deskundige advisering bij het realiseren van faunavoorzieningen van essentieel belang is. Zowel in de ontwerpfase als de aanlegfase is deskundige ecologische begeleiding belangrijk, om uiteindelijk een veilige oversteekplek voor dassen te kunnen realiseren. Das&Boom kan bij alle fases van het realiseren van faunavoorzieningen voor dassen adviseren.

Voorbeelden van niet werkende voorzieningen

Dassen laten zich niet weerhouden over te steken door spiegels langs de weg
Standaard wildroosters worden door dassen (soms in volle vaart) overgestoken
Het plaatsen van lange rasters zonder tunnels (dassen graven er dan onderdoor, klimmen er over heen of lopen door tot het eind van zo'n raster en steken dan alsnog over).

Slecht functionerende voorzieningen

Omdat er bij de bouw van veel tunnels helaas geen gebruik gemaakt wordt van bestaande expertise van bijvoorbeeld Das&Boom, blijken veel van die voorzieningen in de praktijk niet te werken: Door allerlei fouten in het ontwerp en/of in de aanleg maken dassen er geen gebruik van. Dat is erg jammer van het verspilde gemeenschapsgeld en de dassen die alsnog sneuvelen. Uiteindelijk moeten er dan dure oplossingen gevonden worden. Vaak wordt een slechte voorziening door gebrek aan (onderhouds)geld niet gerepareerd, waardoor het beoogde doel teniet wordt gedaan. Sterker nog, bij sommige niet functionerende voorzieningen is de kans dat dassen ter hoogte van die voorziening worden doodgereden juist groter.

Bijna de helft van de voorzieningen functioneert niet. Gebrekkig onderhoud is een andere oorzaak van het niet (meer) functioneren van een voorziening. Een landelijk onderzoek door Das&Boom naar de kwaliteit van de dassenvoorzieningen in 2002 wees uit, dat 49% niet naar behoren functioneert. Van de gebreken is 81% te wijten aan slechte aanleg en 30% aan slecht of geen onderhoud. Soms worden na contact met Das&Boom herstelwerkzaamheden uitgevoerd, maar vaak blijven de mankementen bestaan.

Voorzieningen in beheer bij Rijkswaterstaat vertonen meer mankementen dan die bij provincies of gemeentes (Rijkswaterstaat 58%, provincies 45%, gemeentes 43%). Onder andere door wisselingen van ambtenaren zijn sommige gemeentes niet eens (meer) op de hoogte van voorzieningen bij hun wegen.

Door constructiefouten ontstaan problemen als:
Wateroverlast in de dassentunnel
Slechte aansluiting van het raster op een kunstwerk (bijvoorbeeld een viaduct) of een tunnel
Geen dorpel (drempel) onder een werkpoort van een raster (zodat de das er makkelijk onderdoor kan graven)
Een te lang raster zonder tunnel, een éénzijdig raster of een werkpoort/klaphekje zonder raster

Slecht onderhoud veroorzaakt problemen als:
Gaten in een raster
Openstaande werkpoorten in een raster
Een niet of slecht functionerende werkpoort of klaphekje
Een niet functionerend vluchtpoortje

Dassenvoorzieningen maken vaak een wezenlijk onderdeel uit van de compensatie en mitigatie (compensatie vooraf) voor bouwplannen en ontgrondingen. Terwijl de bouwplannen en ontgrondingen in groot tempo goed worden uitgevoerd, blijken dassenvoorzieningen vaak niet op tijd af of niet te functioneren, waardoor de compensatie van verloren gegaan dassenleefgebied grotendeels verloren gaat. Het moet toch mogelijk zijn in Nederland rond allerlei pretentieuze infrastructurele werken deugdelijke voorzieningen te treffen voor de fauna, die juist door deze werken achterblijft met een verkleind en versnipperd leefgebied.


realisatie:
ORGANISATIE | ADVIES | HULP | JEUGD